7
NL
• De toets van de afstandsbediening indrukken. De knoppen en
toetsen op het bedieningspaneel zijn uitgeschakeld. De enige nog
actieve bedieningen zijn "Afstandsbediening" en "AAN/UIT".
• De droger is nu in de modus Afstandsbediening en is klaar om te
worden bestuurd via de B-Live App.
• Als een programma op afstand wordt opgestart zal de droger
aan het einde van het programma automatisch uit de modus
Afstandsbediening gaan en worden uitgeschakeld.
Om handmatig uit de Afstandsbediening te gaan:
• Met de machine in de afstandsbediening opnieuw de toets van de
afstandsbediening indrukken. Er is opnieuw plaatselijke controle
over het bedieningspaneel van de droger.
Toetsenvergrendeling
Hiermee vergrendelt u de toetsen op het bedieningspaneel tegen
ongewenste werking.
Voor het vergrendelen van de toetsen:
• Moet de droger ingeschakeld zijn.
• De Optie-toets ingedrukt houden totdat het display
aangeeft dat het programma is gewist. Knoppen en
toetsen zijn nu vergrendeld. Alleen de Aan/Uit-toets werkt
• Als u de droger uit- en weer inschakelt blijft de
toetsvergrendeling geactiveerd totdat u het ontgrendelt.
Voor het ontgrendelen van de toetsen:
• De Optie-toets ingedrukt houden totdat het display
aangeeft dat de toetsen zijn ontgrendeld.
INDICATOREN
Verbindingsstatus
Wanneer uw droger al op het internet aangesloten is (zie hoofdstuk
B-Live Afstandsbediening / Instelprocedure in de handleiding voor
Gebruik en Onderhoud) geeft deze indicator een feedback over de
status van de internetverbinding via uw draadloze router.
Wanneer de droger wordt ingeschakeld knippert het controlelampje
voor de aansluitstatus:: de droger zoekt naar een verbinding.
Wanneer het gaat branden wil dat zeggen dat de droger goed is
aangesloten op het internet.
De sterkte van het draadloze signaal wordt weergegeven door het
controlelampje (wanneer alle elementen van het controlelampje
branden is er een hoge signaalsterkte).
Storing
Raadpleeg bij eventuele storingen de paragraaf
PROBLEEMOPLOSSING in de GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING.
Energiecontrole
Geeft feedback over het energieverbruik van de programma-
instelling.
Hoe minder indicatoren er branden, des te economischer is uw
programma-instelling.
VERZORGING EN ONDERHOUD
De droger uitschakelen en loskoppelen voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden
verricht.
Let op, het water in het waterreservoir kan nog warm zijn.
• Na elke droogcyclus het waterreservoir legen
Het handvat vasthouden en het waterreservoir voorzichtig
uitnemen. Het volle waterreservoir met beide handen vasthouden.
Het waterreservoir legen en weer aanbrengen en druk het terug op
zijn plaats. Controleer of het correct is aangebracht.
• Na elke droogcyclus het deurlter reinigen
Open de deur en verwijder de deurlter door het naar boven te trekken.
Druk op de toets om de deur te openen. Verwijder het lint aan de
binnenkant. Het lter sluiten en opnieuw aanbrengen in de goede
richting, zodat het volledig in de lterkamer zit.
• Reinig het onderste lter ongeveer na iedere vijfde cyclus
Open de bodemklep. Het handvat vasthouden en het bodemlter
uitnemen.
Het schuim uit het bodemlter verwijderen om het schoon te
maken. Het lterschuim en het lter met de hand of onder stromend
water schoonmaken. Het lterschuim niet in de wasmachine wassen.
Het lterschuim uitwringen. Niet in het bodemlter aanbrengen
wanneer het nog druipt.
Het lterschuim op de bodemlter vastzetten. De lterkamer van
de droger met een vochtige doek of zorgvuldig met een stofzuiger
reinigen. De bodemlter opnieuw insteken. Het handvat van de lter
naar beneden klappen en de bodemklep sluiten.
Comments to this Manuals