11
NL
Optiestoets. De opties die voor uw programma
geselecteerd kunnen worden verschijnen op de
display.
De UP of DOWN-toets indrukken om de
lijst met beschikbare opties te overlopen.
De geselecteerde optie knippert. OK-toets
indrukken om de selectie te bevestigen. Het
relatieve symbool op de display licht op.
Een aantal opties / functies kunnen worden
geselecteerd door rechtstreeks op de toets te
drukken.
Raadpleeg de paragraaf OPTIES, FUNCTIES
EN INDICATOREN voor meer informatie.
5. PROGRAMMA STARTEN
"Start/Pauze « ingedrukt houden, totdat de
toets ononderbroken brandt en op de display
aangegeven wordt dat het programma start.
In de loop van het programma kan de duur
opnieuw worden berekend en aangepast.
Tijdens deze fasen wordt er een animatie op het
bedieningspaneel weergegeven.
6. DE INSTELLINGEN VAN EEN
PROGRAMMA IN UITVOERING WIJZIGEN,
INDIEN NODIG
U kunt een aantal instellingen nog steeds
wijzigen na het starten van een programma:
• Droogtijd aanpassen (alleen als programma
Droogtijd of Luchten is geselecteerd)
• Klaar in aanpassen of wissen als er een
vertraging is geselecteerd en gestart
• Een optie toevoegen of wissen, mits de
voortgang van het programma dit nog steeds
toelaat.
De betreende toets indrukken. De
geselecteerde instelling knippert een aantal
seconden.
Terwijl het knippert kan de instelling worden
aangepast door op UP of DOWN te drukken.
Als de waarde of instelling niet meer knippert
nogmaals de toets indrukken.
Het programma loopt automatisch door nadat
een instelling is veranderd.
Om de instellingen van een programma in
uitvoering of vertraging te wijzigen kunt u ook:
• Start/Pauze indrukken om het programma in
uitvoering te onderbreken
• Uw Instellingen wijzigen
• druk opnieuw op Start/Pauze om het
programma te vervolgen.
7. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING
WISSEN, INDIEN NODIG
De Aan/Uit toets « ingedrukt houden totdat het
display aangeeft dat het programma is gewist.
WAARSCHUWING
Na het annuleren van een lopende
programma snel alle stukken
verwijderen en ze verspreiden, zodat de
warmte is verdwenen.
8. DE DROGER UITSCHAKELEN NADAT HET
PROGRAMMA IS BEËINDIGD
Het display geeft aan dat de cyclus is beëindigd.
De "Aan/Uit" « toets indrukken om de droger uit
te schakelen. De deur openen en uw wasgoed
er uit halen.
Binnen ongeveer een kwartier nadat het
programma is beëindigd wordt de droger
volledig uitgeschakeld, om energie te besparen.
Als de droger niet direct na aoop van het
programma wordt uitgeschakeld zal de droger
het wasgoed ongeveer 10 minuten draaien, om
kreuken te voorkomen. Het display toont een
animatie.
9. WATERRESERVOIR LEGEN / DEURFILTER
REINIGEN / BODEMFILTER REINIGEN
Ledig
• het waterreservoir na elk programma
Reinig
• de deurlter na elk programma
• de onderste lter na elk vijfde programma.
Raadpleeg het hoofdstuk VERZORGING EN
ONDERHOUD
Comments to this Manuals